E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBZWB:2015:7397
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, AWB - 14 _ 6490

Inhoudsindicatie:

Belanghebbende heeft een verzoek gedaan om teruggaaf omzetbelasting ex art. 29, lid 1, aanhef en letter a Wet OB. In geschil is of een tussen belanghebbende en haar huurder gesloten vaststellingsovereenkomst waarbij de huur is voldaan middels opboeking in rekening-courant tot gevolg heeft dat belanghebbende een vergoeding heeft ontvangen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de overeenkomst de kenmerken van schuldvernieuwing en heeft belanghebbende de vergoeding in zoverre ontvangen. De door de curator ter zitting gestelde buitengerechtelijke vernietiging van de schuldvernieuwing is niet van belang, nu het recht op teruggaaf moet worden beoordeeld naar de toestand in het tijdvak van het verzoek om teruggaaf en deze verklaring eerst ter zitting is gedaan. De rechtbank is voorts van oordeel dat de resterende huurschuld in dat tijdvak wel oninbaar was. Op dit punt is het beroep gegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie